Artikelen

Op deze pagina staat een aantal atheïstische en skeptische artikelen. Iedereen is vrij artikelen in te sturen, mits ze aan een aantal voorwaarden voldoen. Artikelen kunnen gestuurd worden naar: contact[at]deatheist.nl (vervang [at] door @, anti-spam-maatregel).

Het idee dat wetenschap en religie met elkaar in conflict zijn, is een idee dat onder veel mensen leeft. Het wordt verkondigd door wetenschappers als Richard Dawkins en Dick Swaab in populairwetenschappelijke werken, maar ook doorwrochter door filosofen als Herman Philipse (2012). Ook ik heb deze stelling verdedigd (Klink, 2012). Volgens de invloedrijke christelijke godsdienstfilosoof Alvin Plantina is deze stelling echter onhoudbaar. Het conflict tussen religie en wetenschap is volgens hem oppervlakkig en ogenschijnlijk; het échte conflict zit tussen wetenschap en naturalisme, de filosofische opvatting dat het bovennatuurlijke niet bestaat – God incluis. Dit verdedigt hij in Where the Conflict Really Lies: Science, Religion, and Naturalism (Oxford UP, 2011), in het Nederlands vertaald als Het echte conflict: wetenschap, religie en naturalisme (Buijten en Schipperheijn, 2014). Citaten in deze recensie komen uit deze vertaling. De Nederlands filosoof en aanhanger van Plantinga’s gedachtegoed René van Woudenberg schrijft in het Ten geleide dat het boek glashelder, argumentatief en analytisch erg sterk, goed gedocumenteerd en met humor en gratie geschreven is. Ik denk daar anders over.  

Recentelijk is de uitkomst van een groot onderzoek verschenen over het geloof in Nederland in het boek God in Nederland (Ten have, 2016). De onderzoekers Ton Bernts (Radboud Universiteit) en Joantine Berghuijs (Vrije Universiteit) hebben gekeken naar godsdienstige veranderingen in Nederland tussen 1966 en 2015. Ze hebben zich hierbij vooral gericht op de christelijke godsdienst. De 5% moslims en 1,5% hindoes of boeddhisten zijn niet verder onderzocht. Wel merken de onderzoekers hierover op dat onder moslims nauwelijks secularisering optreedt en dat boeddhisme aan populariteit wint onder autochtone Nederlanders. Het boek bevat een schat aan informatie over de godsdienstige veranderingen. Ik beperkt me hier tot de belangrijkste conclusies.

We leven in een tijd waarin we in West-Europa meer met de islam te maken hebben dan ooit. Het islamitisch terrorisme is een groeiend probleem dat steeds dichter bij huis komt. Islamitische staat (IS) heeft naar eigen zeggen een kalifaat gesticht, en dat heeft grote gevolgen voor de wereldpolitiek. Mede daardoor komen grote groepen vluchtelingen naar Europa, veelal met een islamitische achtergrond. Het is daarom van belang om het nodige te weten over deze islam: wat zijn de bronnen van deze godsdienst, wat geloven moslims en in hoeverre is dat te rijmen met mensenrechten en een democratische rechtsstaat? Dit zijn onderwerpen waarover zeer veel geschreven is, van orthodoxe moslims tot ongelovige westerse academici, en van populistische politici tot genuanceerde opiniemakers. Hierdoor is een zeer groot veld aan opvattingen ontstaan, waarvan vaak de uitersten de meeste (media-)aandacht krijgen. Wat is hiervan waar? Is deze religie echt zo problematisch als zij soms wordt voorgesteld? In hoeverre is de islam te verenigen met democratie en mensenrechten?

Beroemd en berucht zijn de woorden van Fjodor Dostojevski in zijn roman De gebroeders Karamazov dat zonder God alles geoorloofd is. Gelovigen verwijten atheïsten regelmatig dat we zonder God geen moraal kunnen hebben of dat onze normen voor goed en kwaad volstrekt willekeurig zijn. Vooral conservatieve gelovigen menen dat het (in hun ogen) morele verval te danken is aan de secularisering van de samenleven, waarin de mens maar doet wat hem goeddunkt. Zij denken dat we religie nodig hebben om ons goed te gedragen. Is dat werkelijk zo? Is zonder God echt alles geoorloofd? In dit stuk zal ik beargumenteren waarom dat niet het geval is, en dat zelfs gelovigen hun moraal niet (geheel) baseren op heilige geschriften, ook al geloven ze vaak van wel. 

Iedereen is diep geschokt door de terroristische aanslagen in Parijs van 13 november, waarbij jihadisten in koelen bloede 129 onschuldige burgers doelbewust executeerden of in hun martelaarsdood meenamen. Het is helaas de laatste in een reeks bloedige aanslagen op burgers, niet alleen in het westen (Frankrijk, België, Spanje, Engeland, VS), maar ook elders, waar wij hier vaak minder over horen (waaronder Rusland, Turkije, Libanon, Israël en Syrië). Het zijn allemaal aanslagen doelbewust op burgers, niet op militaire of politieke doelen. Nu iedereen is bijgekomen van de ergste verbijstering, verontwaardiging en verschrikking, is het tijd voor bezinning. Ik wil hier vooral stilstaan bij de rol van religie in deze terreur, in het bijzonder die van de islam.

De afgelopen jaren heb ik veel gesproken en gediscussieerd met gelovigen van allerlei pluimage. Persoonlijk, tijdens debatten, via de mail of op internetfora, in binnen- en buitenland, in verschillende culturen. Van hoogopgeleide intellectuelen die rationeel willen schermen tot ‘gewone’ gelovigen die vanuit een oprechte zorg mij willen behoeden voor de hel. Met ‘new age’ of ‘spirituele’ gelovigen die weinig moeten hebben van rationele argumenten en liever willen varen op hun intuïtie en ervaringen. Van gelovigen die er heel zeker van zijn dat zij de Universele Waarheid in pacht hebben tot oprecht twijfelende gelovigen, of zij die menen dat iedereen zijn eigen waarheid heeft. 

Aan de andere kant heb ik ook atheïsten gezien die menen het summum van rationaliteit te zijn, gelovigen soms afschilderen als dom, naïef en onwetend en met dedain over hen spreken. Ook ik heb me daaraan schuldig gemaakt en zal dat soms misschien nog steeds wel doen. Hoe kunnen al die mensen toch (blijven) geloven in iets wat zo duidelijk onwaar is?, heb ik mezelf vaak afgevraagd. Hoe kan het dat twee erudiete en intelligente hoogleraren als René van Woudenberg en Herman Philipse, die beiden goed thuis zijn in de (godsdienst)filosofie, zulke verschillende opvattingen hebben over het bestaan van God? Al deze ervaringen met gelovigen en ongelovigen hebben mij aan het denken gezet over wat mensen – gelovigen en atheïsten – drijft, waarom ze geloven wat ze geloven en overtuigd zijn van wat zij als waarheid zien. Hieronder wil ik een aantal van die overpeinzingen delen.

Een tijdje geleden ontving ik het boekje "De atheïst is een beetje dom!" van Walter Tessensohn, een mede-oudste en leraar in een evangeliegemeente. Het is een soort pamflet waarin de auteur de argumenten van de atheïst toetst aan "de rede, de logica en het Bijbels geloof" (achterkant van het boekje) en concludeert dat ze niet steekhoudend zijn. Voor het standpunt van de atheïst gaat Tessensohn vrijwel volledig uit van wat ik daarover schrijf op mijn website door veel te citeren. Ik weet niet of ik blij moet zijn met de eer dat een geheel boekje is gewijd aan het weerleggen van mijn teksten. Niet alleen zijn er atheïsten die het atheïstische standpunt veel beter hebben verdedigd, maar het boekje van Tessensohn staat zo vol met onjuistheden dat ik het nauwelijks kan beschouwen als een serieuze poging mijn argumenten - laat staan het atheïsme - te weerleggen. 

De afgelopen tijd is er een discussie ontstaan over de uitspraken van Onno van Schayck, hoogleraar preventieve geneeskunde aan de Universiteit Maastricht. Hij beweerde in een interview dat door gebed een been was aangegroeid en dat daar ”onomstotelijk” bewijs van was in de vorm van röntgenfoto’s. Die foto’s bleken helaas niet meer te achterhalen. Dit is hem op veel kritiek komen te staan: als wetenschapper had hij dergelijke uitspraken niet mogen doen. Een groep van 27 hoogleraren nam het voor hem op en pleitten voor persoonlijke vrijheid voor wetenschappers, blijkbaar ook voor het doen van religieuze uitspraken.
Dit jaar stond de maand van de filosofie in het teken van de ziel. Ter gelegenheid hiervan schreef arts en filosoof Bert Keizer het boekje Waar blijft de ziel? Hierin richt hij zijn pijlen vooral op wat hij ‘neurosofie’ noemt, waarbij volgens Keizer neurologie verward wordt met alomvattende filosofische pretenties. Vooral Dick Swaab en Victor Lamme moeten het ontgelden. Deze hersenonderzoekers willen van de ziel af zien te komen door te menen dat ons geestesleven “eigenlijk niets meer is dan wat gesputter tussen neuronen” (p. 58). Ons geestelijk leven is daarmee volledig te reduceren tot de activiteit van neuronen (hersencellen): neuroreductie

Dit artikel is hier te downloaden.

Ofschoon het onderwerp ‘vrije wil’ niet direct met godsdienstfilosofie te maken heeft, is het thema meerdere malen langsgekomen in reacties op deze website. De meeste atheïsten zullen een monistische visie op de mens hebben, wat wil zeggen dat de mens geheel uit materie bestaat en dus geen onstoffelijke en onsterfelijke ziel of geest heeft, zoals het dualisme leert. Aan de onhoudbaarheid van dit lichaam-geestdualisme heb ik reeds eerder een artikel gewijd, omdat dit implicaties heeft voor een leven na de dood en het bestaan van de Ultieme Geest, God. Daarbij ben ik verder echter niet ingegaan op de kwestie van de wilsvrijheid. Het is overigens maar ten zeerste de vraag wat de meerwaarde van het dualisme in dezen is, want uiteindelijk zullen ‘geestelijke keuzes’ moeten worden gerealiseerd via een fysiek lichaam. Deze geestelijke inwerking op een fysiek lichaam is echter onmogelijk zonder dat hierbij tal van zeer goedbevestigde natuurkundige wetten worden geschonden.
 
De wilsvrijheid is een klassiek onderwerp van discussie, maar heeft de laatste tijd weer veel aandacht gekregen, onder andere door de Nederlandse neurowetenschappers Victor Lamme (De vrije wil bestaat niet) en Dick Swaab (Wij zijn ons brein), die menen dat de neurowetenschappen hebben laten zien dat de wilsvrijheid een illusie is. Hoeveel ruimte is er nog voor de vrije wil als de monistische mensvisie waar is?

Er zijn waarschijnlijk maar weinig hoofdstukken uit de Bijbel zo veel besproken zijn als het eerste van Genesis, de Bijbelse ouverture. Vooral het eerste vers, traditioneel vertaald als “In het begin schiep God de hemel en de aarde” is vrijwel iedereen bekend. Toch is er ook veel misverstand over het eerste hoofdstuk van de Schrift. Veel ongelovigen doen het af als een sprookje, door de wetenschap weerlegd en dus van generlei waarde meer. Sommige orthodoxe gelovigen (creationisten) proberen de tekst te passen binnen het moderne, wetenschappelijke wereldbeeld, wat tot een absurde lezing van bepaalde passages leidt. Beide opvattingen miskennen mijns inziens de literaire waarde van de tekst. Met deze vertaling en exegese wil ik proberen uit te leggen waarom.

Lees hier verder (PDF).

Hoe moet je als gelovige omgaan met evolutie? Is het dusdanig strijdig met de Bijbel of Koran dat het geheel verworpen moet worden, zoals de traditionele creationisten menen? Is evolutie acceptabel, zolang de mens maar afzonderlijk geschapen is? Kan de mens lichamelijk wel evolutionaire voorlopers gehad hebben, maar zijn zijn geestelijke vermogens door God geschapen, zoals het Vaticaans leert? Verschillende gelovigen hebben verschillende antwoorden gegeven. Dit bleek eens te meer in het afgelopen Darwinjaar, waarin zowel de Urker creationisten zich prominent roerden als prof. Cees Dekker intelligent design verruilde voor theïstische evolutie. Ook bleken al eerder moslimstudenten aan de Vrije Universiteit grote moeite te hebben met evolutie.

Recentelijk is er bij Kok – Kampen een bundel verschenen waarin deze vraag centraal staat: Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof. Het doel van de bundel blijkt uit de ondertitel: een pleidooi voor intellectuele bescheidenheid. De redactie is in handen van natuurkundigen Alfred Driessen en Gerard Nienhuis, die beiden zelf ook een bijdrage hebben geleverd. De overige bijdagen zijn van een bioloog en vertegenwoordigers van de drie grote monotheïstische religies. In deze recensie wil ik vooral kijken naar waarom het pleidooi uit de ondertitel nodig zou zijn en in hoeverre de schrijvers de moderne evolutiebiologie accepteren.

Bestaat dat, Bijbelse erotiek? Zijn het niet juist de christenen die vaak moeilijk doen over erotiek buiten de eigen slaapkamer? Bijbelse erotiek bestaat zeker, al is het nagenoeg geheel beperkt tot één boek: het Lied der Liederen, beter bekend als het Hooglied. Dit Bijbelboek is oorspronkelijk in het (Bijbels) Hebreeuws geschreven en wordt gerekend tot de wijsheidsgeschriften. Hierin komt de zinnelijke liefde, de eros, de geneugten des vlees, veelvuldig ter sprake, zij het op zeer subtiele wijze.

Het is algemeen bekend dat veel gelovigen in meer of mindere mate moeite hebben met het accepteren van evolutie. Het zal menigeen dan ook verbazen dat er mensen zijn die menen dat evolutie de gelovige juist een handje kan helpen, bijvoorbeeld bij het theodiceeprobleem. Kan evolutie God werkelijk vrijpleiten van het vele leed in de wereld?

Niemand zal de ramp op Haïti ontgaan zijn. Het vele leed dat daar is aangericht, heeft wereldwijd mensen aangegrepen en tot hulp doen overgaan, op wat voor manier dan ook. De vreselijke situatie aldaar deed mij denken aan de aardbeving in Lissabon uit 1755, waarbij naar schatting 10.000 tot 100.000 mensen omkwamen. Dit heeft destijds een grote impact gehad, niet alleen humanitair en economisch, maar ook intellectueel. Het vele leed dat gepaard gaat met een dergelijke verwoesting doet altijd de vraag oprijzen naar het waarom, een grote existentiële vraag. De gelovige wijsgeer Leibniz meende dat God de best mogelijke wereld had geschapen. De deïstische filosoof Voltaire greep Lissabon aan om dit idee belachelijk te maken in de vorm van het gedicht Poème sur le désastre de Lisbonne. De vraag naar het waarom is diep menselijk en goed begrijpbaar, maar tegelijkertijd onzinnig, althans, voor een atheïst.

 

Wie zijn er online?

We hebben 40 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Richard FeynmanRichard Feynman, Amerikaanse natuurkundige en Nobelprijswinnaar.

Citaat

You keep accusing me of blasphemy all of the time, but I cannot be convicted of a victimless crime.

~ Dan Barker

Artikelen

Op deze pagina staat een aantal atheïstische en skeptische artikelen. Iedereen is vrij artikelen in te sturen, mits ze aan een aantal voorwaarden voldoen. Artikelen kunnen gestuurd worden naar: contact[at]deatheist.nl (vervang [at] door @, anti-spam-maatregel).

Het idee dat wetenschap en religie met elkaar in conflict zijn, is een idee dat onder veel mensen leeft. Het wordt verkondigd door wetenschappers als Richard Dawkins en Dick Swaab in populairwetenschappelijke werken, maar ook doorwrochter door filosofen als Herman Philipse (2012). Ook ik heb deze stelling verdedigd (Klink, 2012). Volgens de invloedrijke christelijke godsdienstfilosoof Alvin Plantina is deze stelling echter onhoudbaar. Het conflict tussen religie en wetenschap is volgens hem oppervlakkig en ogenschijnlijk; het échte conflict zit tussen wetenschap en naturalisme, de filosofische opvatting dat het bovennatuurlijke niet bestaat – God incluis. Dit verdedigt hij in Where the Conflict Really Lies: Science, Religion, and Naturalism (Oxford UP, 2011), in het Nederlands vertaald als Het echte conflict: wetenschap, religie en naturalisme (Buijten en Schipperheijn, 2014). Citaten in deze recensie komen uit deze vertaling. De Nederlands filosoof en aanhanger van Plantinga’s gedachtegoed René van Woudenberg schrijft in het Ten geleide dat het boek glashelder, argumentatief en analytisch erg sterk, goed gedocumenteerd en met humor en gratie geschreven is. Ik denk daar anders over.  

Recentelijk is de uitkomst van een groot onderzoek verschenen over het geloof in Nederland in het boek God in Nederland (Ten have, 2016). De onderzoekers Ton Bernts (Radboud Universiteit) en Joantine Berghuijs (Vrije Universiteit) hebben gekeken naar godsdienstige veranderingen in Nederland tussen 1966 en 2015. Ze hebben zich hierbij vooral gericht op de christelijke godsdienst. De 5% moslims en 1,5% hindoes of boeddhisten zijn niet verder onderzocht. Wel merken de onderzoekers hierover op dat onder moslims nauwelijks secularisering optreedt en dat boeddhisme aan populariteit wint onder autochtone Nederlanders. Het boek bevat een schat aan informatie over de godsdienstige veranderingen. Ik beperkt me hier tot de belangrijkste conclusies.

We leven in een tijd waarin we in West-Europa meer met de islam te maken hebben dan ooit. Het islamitisch terrorisme is een groeiend probleem dat steeds dichter bij huis komt. Islamitische staat (IS) heeft naar eigen zeggen een kalifaat gesticht, en dat heeft grote gevolgen voor de wereldpolitiek. Mede daardoor komen grote groepen vluchtelingen naar Europa, veelal met een islamitische achtergrond. Het is daarom van belang om het nodige te weten over deze islam: wat zijn de bronnen van deze godsdienst, wat geloven moslims en in hoeverre is dat te rijmen met mensenrechten en een democratische rechtsstaat? Dit zijn onderwerpen waarover zeer veel geschreven is, van orthodoxe moslims tot ongelovige westerse academici, en van populistische politici tot genuanceerde opiniemakers. Hierdoor is een zeer groot veld aan opvattingen ontstaan, waarvan vaak de uitersten de meeste (media-)aandacht krijgen. Wat is hiervan waar? Is deze religie echt zo problematisch als zij soms wordt voorgesteld? In hoeverre is de islam te verenigen met democratie en mensenrechten?

Beroemd en berucht zijn de woorden van Fjodor Dostojevski in zijn roman De gebroeders Karamazov dat zonder God alles geoorloofd is. Gelovigen verwijten atheïsten regelmatig dat we zonder God geen moraal kunnen hebben of dat onze normen voor goed en kwaad volstrekt willekeurig zijn. Vooral conservatieve gelovigen menen dat het (in hun ogen) morele verval te danken is aan de secularisering van de samenleven, waarin de mens maar doet wat hem goeddunkt. Zij denken dat we religie nodig hebben om ons goed te gedragen. Is dat werkelijk zo? Is zonder God echt alles geoorloofd? In dit stuk zal ik beargumenteren waarom dat niet het geval is, en dat zelfs gelovigen hun moraal niet (geheel) baseren op heilige geschriften, ook al geloven ze vaak van wel. 

Iedereen is diep geschokt door de terroristische aanslagen in Parijs van 13 november, waarbij jihadisten in koelen bloede 129 onschuldige burgers doelbewust executeerden of in hun martelaarsdood meenamen. Het is helaas de laatste in een reeks bloedige aanslagen op burgers, niet alleen in het westen (Frankrijk, België, Spanje, Engeland, VS), maar ook elders, waar wij hier vaak minder over horen (waaronder Rusland, Turkije, Libanon, Israël en Syrië). Het zijn allemaal aanslagen doelbewust op burgers, niet op militaire of politieke doelen. Nu iedereen is bijgekomen van de ergste verbijstering, verontwaardiging en verschrikking, is het tijd voor bezinning. Ik wil hier vooral stilstaan bij de rol van religie in deze terreur, in het bijzonder die van de islam.

De afgelopen jaren heb ik veel gesproken en gediscussieerd met gelovigen van allerlei pluimage. Persoonlijk, tijdens debatten, via de mail of op internetfora, in binnen- en buitenland, in verschillende culturen. Van hoogopgeleide intellectuelen die rationeel willen schermen tot ‘gewone’ gelovigen die vanuit een oprechte zorg mij willen behoeden voor de hel. Met ‘new age’ of ‘spirituele’ gelovigen die weinig moeten hebben van rationele argumenten en liever willen varen op hun intuïtie en ervaringen. Van gelovigen die er heel zeker van zijn dat zij de Universele Waarheid in pacht hebben tot oprecht twijfelende gelovigen, of zij die menen dat iedereen zijn eigen waarheid heeft. 

Aan de andere kant heb ik ook atheïsten gezien die menen het summum van rationaliteit te zijn, gelovigen soms afschilderen als dom, naïef en onwetend en met dedain over hen spreken. Ook ik heb me daaraan schuldig gemaakt en zal dat soms misschien nog steeds wel doen. Hoe kunnen al die mensen toch (blijven) geloven in iets wat zo duidelijk onwaar is?, heb ik mezelf vaak afgevraagd. Hoe kan het dat twee erudiete en intelligente hoogleraren als René van Woudenberg en Herman Philipse, die beiden goed thuis zijn in de (godsdienst)filosofie, zulke verschillende opvattingen hebben over het bestaan van God? Al deze ervaringen met gelovigen en ongelovigen hebben mij aan het denken gezet over wat mensen – gelovigen en atheïsten – drijft, waarom ze geloven wat ze geloven en overtuigd zijn van wat zij als waarheid zien. Hieronder wil ik een aantal van die overpeinzingen delen.

Een tijdje geleden ontving ik het boekje "De atheïst is een beetje dom!" van Walter Tessensohn, een mede-oudste en leraar in een evangeliegemeente. Het is een soort pamflet waarin de auteur de argumenten van de atheïst toetst aan "de rede, de logica en het Bijbels geloof" (achterkant van het boekje) en concludeert dat ze niet steekhoudend zijn. Voor het standpunt van de atheïst gaat Tessensohn vrijwel volledig uit van wat ik daarover schrijf op mijn website door veel te citeren. Ik weet niet of ik blij moet zijn met de eer dat een geheel boekje is gewijd aan het weerleggen van mijn teksten. Niet alleen zijn er atheïsten die het atheïstische standpunt veel beter hebben verdedigd, maar het boekje van Tessensohn staat zo vol met onjuistheden dat ik het nauwelijks kan beschouwen als een serieuze poging mijn argumenten - laat staan het atheïsme - te weerleggen. 

De afgelopen tijd is er een discussie ontstaan over de uitspraken van Onno van Schayck, hoogleraar preventieve geneeskunde aan de Universiteit Maastricht. Hij beweerde in een interview dat door gebed een been was aangegroeid en dat daar ”onomstotelijk” bewijs van was in de vorm van röntgenfoto’s. Die foto’s bleken helaas niet meer te achterhalen. Dit is hem op veel kritiek komen te staan: als wetenschapper had hij dergelijke uitspraken niet mogen doen. Een groep van 27 hoogleraren nam het voor hem op en pleitten voor persoonlijke vrijheid voor wetenschappers, blijkbaar ook voor het doen van religieuze uitspraken.
Dit jaar stond de maand van de filosofie in het teken van de ziel. Ter gelegenheid hiervan schreef arts en filosoof Bert Keizer het boekje Waar blijft de ziel? Hierin richt hij zijn pijlen vooral op wat hij ‘neurosofie’ noemt, waarbij volgens Keizer neurologie verward wordt met alomvattende filosofische pretenties. Vooral Dick Swaab en Victor Lamme moeten het ontgelden. Deze hersenonderzoekers willen van de ziel af zien te komen door te menen dat ons geestesleven “eigenlijk niets meer is dan wat gesputter tussen neuronen” (p. 58). Ons geestelijk leven is daarmee volledig te reduceren tot de activiteit van neuronen (hersencellen): neuroreductie

Dit artikel is hier te downloaden.

Ofschoon het onderwerp ‘vrije wil’ niet direct met godsdienstfilosofie te maken heeft, is het thema meerdere malen langsgekomen in reacties op deze website. De meeste atheïsten zullen een monistische visie op de mens hebben, wat wil zeggen dat de mens geheel uit materie bestaat en dus geen onstoffelijke en onsterfelijke ziel of geest heeft, zoals het dualisme leert. Aan de onhoudbaarheid van dit lichaam-geestdualisme heb ik reeds eerder een artikel gewijd, omdat dit implicaties heeft voor een leven na de dood en het bestaan van de Ultieme Geest, God. Daarbij ben ik verder echter niet ingegaan op de kwestie van de wilsvrijheid. Het is overigens maar ten zeerste de vraag wat de meerwaarde van het dualisme in dezen is, want uiteindelijk zullen ‘geestelijke keuzes’ moeten worden gerealiseerd via een fysiek lichaam. Deze geestelijke inwerking op een fysiek lichaam is echter onmogelijk zonder dat hierbij tal van zeer goedbevestigde natuurkundige wetten worden geschonden.
 
De wilsvrijheid is een klassiek onderwerp van discussie, maar heeft de laatste tijd weer veel aandacht gekregen, onder andere door de Nederlandse neurowetenschappers Victor Lamme (De vrije wil bestaat niet) en Dick Swaab (Wij zijn ons brein), die menen dat de neurowetenschappen hebben laten zien dat de wilsvrijheid een illusie is. Hoeveel ruimte is er nog voor de vrije wil als de monistische mensvisie waar is?

Er zijn waarschijnlijk maar weinig hoofdstukken uit de Bijbel zo veel besproken zijn als het eerste van Genesis, de Bijbelse ouverture. Vooral het eerste vers, traditioneel vertaald als “In het begin schiep God de hemel en de aarde” is vrijwel iedereen bekend. Toch is er ook veel misverstand over het eerste hoofdstuk van de Schrift. Veel ongelovigen doen het af als een sprookje, door de wetenschap weerlegd en dus van generlei waarde meer. Sommige orthodoxe gelovigen (creationisten) proberen de tekst te passen binnen het moderne, wetenschappelijke wereldbeeld, wat tot een absurde lezing van bepaalde passages leidt. Beide opvattingen miskennen mijns inziens de literaire waarde van de tekst. Met deze vertaling en exegese wil ik proberen uit te leggen waarom.

Lees hier verder (PDF).

Hoe moet je als gelovige omgaan met evolutie? Is het dusdanig strijdig met de Bijbel of Koran dat het geheel verworpen moet worden, zoals de traditionele creationisten menen? Is evolutie acceptabel, zolang de mens maar afzonderlijk geschapen is? Kan de mens lichamelijk wel evolutionaire voorlopers gehad hebben, maar zijn zijn geestelijke vermogens door God geschapen, zoals het Vaticaans leert? Verschillende gelovigen hebben verschillende antwoorden gegeven. Dit bleek eens te meer in het afgelopen Darwinjaar, waarin zowel de Urker creationisten zich prominent roerden als prof. Cees Dekker intelligent design verruilde voor theïstische evolutie. Ook bleken al eerder moslimstudenten aan de Vrije Universiteit grote moeite te hebben met evolutie.

Recentelijk is er bij Kok – Kampen een bundel verschenen waarin deze vraag centraal staat: Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof. Het doel van de bundel blijkt uit de ondertitel: een pleidooi voor intellectuele bescheidenheid. De redactie is in handen van natuurkundigen Alfred Driessen en Gerard Nienhuis, die beiden zelf ook een bijdrage hebben geleverd. De overige bijdagen zijn van een bioloog en vertegenwoordigers van de drie grote monotheïstische religies. In deze recensie wil ik vooral kijken naar waarom het pleidooi uit de ondertitel nodig zou zijn en in hoeverre de schrijvers de moderne evolutiebiologie accepteren.

Bestaat dat, Bijbelse erotiek? Zijn het niet juist de christenen die vaak moeilijk doen over erotiek buiten de eigen slaapkamer? Bijbelse erotiek bestaat zeker, al is het nagenoeg geheel beperkt tot één boek: het Lied der Liederen, beter bekend als het Hooglied. Dit Bijbelboek is oorspronkelijk in het (Bijbels) Hebreeuws geschreven en wordt gerekend tot de wijsheidsgeschriften. Hierin komt de zinnelijke liefde, de eros, de geneugten des vlees, veelvuldig ter sprake, zij het op zeer subtiele wijze.

Het is algemeen bekend dat veel gelovigen in meer of mindere mate moeite hebben met het accepteren van evolutie. Het zal menigeen dan ook verbazen dat er mensen zijn die menen dat evolutie de gelovige juist een handje kan helpen, bijvoorbeeld bij het theodiceeprobleem. Kan evolutie God werkelijk vrijpleiten van het vele leed in de wereld?

Niemand zal de ramp op Haïti ontgaan zijn. Het vele leed dat daar is aangericht, heeft wereldwijd mensen aangegrepen en tot hulp doen overgaan, op wat voor manier dan ook. De vreselijke situatie aldaar deed mij denken aan de aardbeving in Lissabon uit 1755, waarbij naar schatting 10.000 tot 100.000 mensen omkwamen. Dit heeft destijds een grote impact gehad, niet alleen humanitair en economisch, maar ook intellectueel. Het vele leed dat gepaard gaat met een dergelijke verwoesting doet altijd de vraag oprijzen naar het waarom, een grote existentiële vraag. De gelovige wijsgeer Leibniz meende dat God de best mogelijke wereld had geschapen. De deïstische filosoof Voltaire greep Lissabon aan om dit idee belachelijk te maken in de vorm van het gedicht Poème sur le désastre de Lisbonne. De vraag naar het waarom is diep menselijk en goed begrijpbaar, maar tegelijkertijd onzinnig, althans, voor een atheïst.

Wie zijn er online?

We hebben 40 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Richard FeynmanRichard Feynman, Amerikaanse natuurkundige en Nobelprijswinnaar.

Citaat

You keep accusing me of blasphemy all of the time, but I cannot be convicted of a victimless crime.

~ Dan Barker