Een wonder is een buitengewone gebeurtenis die afwijkend van, of zelfs in strijd is met, de normale gang van zaken. Wonderen zijn niet te verklaren, menen de mensen die er in geloven. Uit deze definitie volgt meteen al een probleem: wanneer is er sprake van een afwijking van of een tegenstrijdigheid met de normale gang van zaken? Wat is eigenlijk "de normale gang van zaken"? Is het wel werkelijk onverklaarbaar of misschien nog niet verklaard? Dit leidt ertoe dat sommige mensen iets als een wonder zullen zien, maar anderen niet. Een atheïst zal niet snel iets als een wonder zien. Hieronder zal kort worden uitgelegd waarom. Aangezien er heel veel verschillende soorten wonderen zijn, zal hier slechts in het algemeen wat over wonderen gezegd worden. Alleen aan gebedsgenezing zal wat extra aandacht besteed worden omdat dit zo vaak als een wonder gezien wordt en op veel mensen overtuigend overkomt. Wie meer wil weten over kritiek op wonderen, kan o.a. zoeken op "miracles" in "The Secular Web". Gebruik van het gezonde verstand is natuurlijk ook onontbeerlijk.

Over het algemeen lijken de natuurwetten bikkelhard, alles moet onvermijdelijk aan hen gehoorzamen. Stenen vallen bijvoorbeeld niet ineens omhoog, de wet van de zwaartekracht vertelt ons dat dit onmogelijk is. Hoe moeten we dan omgaan met iemand die bijvoorbeeld beweert dat hij wel een steen omhoog heeft zien vallen? Geen enkel weldenkend mens zou dit zomaar geloven. Het is veel waarschijnlijker dat de betreffende persoon niet de waarheid spreekt, ook al doet hij dit waarschijnlijk niet opzettelijk. Het zou bijvoorbeeld veel waarschijnlijker zijn dat hij zich de omhoog vallende steen heeft verbeeld. Over het algemeen geldt dat we minder waarde moeten hechten aan een bewering naarmate die onwaarschijnlijker is. Pas als er buitengewoon goede aanwijzingen zijn om zo'n onwaarschijnlijke claim te geloven, moeten we er waarde aan hechten, Extraordinary claims require extraordinary evidence, zoals Carl Sagan ooit eens schreef.

Onder welke omstandigheden moeten we dan wel waarde hechten aan een wonderclaim? David Hume heeft in 1784 deze omstandigheden voortreffelijk verwoord: alleen als het wonderbaarlijker zou zijn dat de getuigen van het wonder de onwaarheid hebben gesproken dan dat de gebeurtenis waarover ze vertellen heeft plaatsgehad, kunnen we geloof hechten aan getuigenissen over wonderen. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een groot aantal onafhankelijke en objectieve waarnemers, eventueel met instrumenten, getuige zouden zijn van het wonder. Dit komt echter nooit voor.

Wonderen zijn min of meer in te delen in twee categorieën. De eerste zijn gebeurtenissen waarvan men meent dat ze niet het gevolg kunnen zijn van het toeval. De bekende uitspraak "toeval bestaat niet" slaat hierop. Een bekend voorbeeld hiervan is dat je ineens aan een vriend denkt waar je normaal bijna nooit aan denkt, en dat hij je vlak daarna opbelt. Twee dingen vallen samen en men denkt dat er een verband tussen die twee is. In dit soort gevallen is het interessant je eens af te vragen hoe vaak het voorkomt dat je aan iemand denkt die je niet toevallig opbelt. Het samenvallen van twee dingen is juist zo opmerkelijk omdat ze normaal niet samen vallen, en daardoor onopgemerkt blijven. De mens neem selectief waar en herinnert ook selectief. Hierdoor vallen alleen de opmerkelijk coïncidenties op. Dit leidt ertoe dat mensen vaak verbanden zien, zelfs verbanden zoeken, ook als die er niet zijn.

De tweede categorie zijn gebeurtenissen die indruisen tegen de natuurwetten. Een klassiek voorbeeld hiervan is het uit de dood opstaan, zoals men dat van Jezus beweert. Normaliter blijven mensen dood nadat ze gestorven zijn, het opstaan van iemand uit de dood is daarom een wonder. Op dit soort historische wonderverhalen wordt later verder ingegaan. Het probleem met dit soort wonderen is dat we nooit met zekerheid kunnen zeggen of ze daadwerkelijk tegen de natuurwetten ingaan. De wetenschap staat echter nooit stil, zij komt steeds meer te weten en past regelmatig haar opvattingen aan (als nieuwe empirische gegevens daartoe dwingen). Iets waarvan men nu veronderstelt dat het een wonder is omdat het tegen de natuurwetten ingaat, zou in de toekomst heel goed verklaard kunnen worden door nieuwe inzichten in de werking van de natuur. Dit maakt wonderen altijd relatief ten opzichte van onze huidige wetenschappelijke kennis.

Een vergelijkbaar soort wonder is gebedsgenezing: iemand geneest nadat voor hem of haar gebeden is. Er is zelfs wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de werking van gebed. Na een evaluatie van meerdere onderzoeken concludeerde het gerenommeerde Britse medische tijdschrift "The Lancet": "Even in the best studies, the evidence of an association between religion, spirituality, and health is weak and inconsistent." (The Lancet 1999; 353:664-667). Ook uit recent onderzoek bleek dat bidden geen effect had (The Lancet 2005; 366:211-217). Echter, weinig gelovigen zullen zich hierdoor laten overtuigen dat bidden geen zin heeft. Zij verwijzen liever naar anekdotes vóór de werking van gebed, bijvoorbeeld "Mijn broer was ernstig ziek, zou volgens de dokter snel overlijden, maar is genezen nadat voor hem gebeden is.".

Dit soort anekdotes vormen geen bewijs voor de werking van gebed vanwege een aantal redenen:

  • Er hoeft geen causaal (oorzakelijk) verband te bestaan tussen gebed en genezing. Post hoc ergo propter hoc (daarna derhalve daardoor) is een ongeldige redenering. Als ik vandaag een grijze en een zwarte sok heb aangetrokken en even later een wedstrijd win, wil dat niet zeggen dat ik die wedstrijd heb gewonnen doordat ik die twee verschillende kleuren sokken heb aangetrokken.
  • Het placebo-effect (denken dat het werkt) kan mensen kracht geven waardoor ze (eerder) zullen genezen.
  • Artsen kunnen een verkeerde diagnose stellen, wat (helaas) soms gebeurt.
  • Bepaalde aandoeningen zijn lastig te diagnosticeren. Hierdoor kunnen mensen 'genezen' van aandoeningen die ze nooit hebben gehad.
  • Sommige aandoeningen kunnen tijdelijke verbeteringen laten zien, dit kan enkele uren duren, maar ook maanden of jaren. Hierdoor lijkt het of er genezing plaatsvindt.
  • De aandoening kan worden genezen door een (nog) onbekend naturalistisch proces.

Tegen de anekdotes van vermeende genezing door gebed kunnen ook anekdotes worden ingebracht van mensen die sterven ondanks gebed. Een indrukwekkend voorbeeld hiervan is uitgezonden door de Evangelische Omroep. Twee mensen waren in verwachting van hun eerste kindje. De medici constateerden meerdere afwijking waardoor het kind dood geboren zou worden of heel snel daarna zou overlijden. De ouders wilden hier niet aan toegeven en zochten de hulp van meerdere gebedsgroepen. Er werd uitgebreid voor hen gebeden. Hierdoor raakten de ouders zo overtuigd van de geboorte van een gezond kind, dat ze de babykamer al ingericht hadden en aan de gynaecoloog vertelden dat ze een gezond kind zouden krijgen. Ze lieten zich naar eigen zeggen volledig leiden door God. Ondanks de vele gebeden en het rotsvaste geloof van de ouders stierf het kind vlak na de geboorte. Het is een indrukwekkende documentaire over de schaduwkanten van gebedsgenezing. Waarom liet God dit kindje, ondanks de vele gebeden en het rotsvaste geloof, toch sterven?

Een ander argument tegen het bestaan van een god (de christelijke bijvoorbeeld) op grond van wonderen die hij verricht, is dat gelovigen van andere godsdiensten ook beweren dat hun god (Allah bijvoorbeeld) wonderen verricht. Via deze redenering zouden alle goden moeten bestaan waarvan mensen beweren of beweerd hebben dat ze wonderen verrichten. Deze absurditeit wordt in ieder geval uitgesloten door de drie grote monotheïstisch godsdiensten (jodendom, christendom en islam). De gelovige heeft dus een dubbele bewijslast. Enerzijds moet hij het aannemelijk maken dat zijn god 'echte' wonderen doet, anderzijds dat alle wonderen die andersgelovigen aandragen geen 'echte' wonderen zijn. Daarnaast zijn er ook nog mensen waarvan beweerd wordt dat ze wonderen verrichten zonder daarbij een beroep te doen op een god, zoals Jomanda. Hoe verklaart de gelovige dit?

Al met al is er mijns inziens geen enkel bewijs voor de werking van gebed. Als iemand bijvoorbeeld beweert een geamputeerd been weer te kunnen laten aangroeien door gebed, ben ik zeker bereid eens te komen kijken. In zo'n geval is de diagnose goed te stellen, zijn placebo-effect en tijdelijke verbetering uitgesloten en is de kans op een natuurlijke genezing en een niet-causaal verband hoogst onwaarschijnlijk. Zo'n geval zou een sterke aanwijzing zijn voor de werkelijkheid van wonderen.

Tot slot zijn er nog historische wonderverhalen. Ook bij deze wonderverhalen zijn er allerlei redenen om te twijfelen aan de echtheid van deze gebeurtenissen. Het is hierbij bijvoorbeeld zeer belangrijk om naar de culturele context waarin de verhalen ontstaan zijn te kijken. Dit soort verhalen komen altijd uit de tijd van bijgeloof, de tijd waarin men weinig kennis had van de werking van de natuur (inclusief het menselijk lichaam) en de wetenschappelijke methode nog niet bestond. Wonderverhalen waren aan de orde van de dag en een kritische houding ten opzichte van deze verhalen was zeer uitzonderlijk. De meeste mensen waren niet opgeleid en analfabeet. Het was normaal om wonderverhalen te gebruiken om overtuigingen kracht bij te zetten. Er waren nog geen camera's, verslaggevers, kranten, rechercheurs. Daarnaast komen de verhalen meestal uit kleine afgelegen gebieden waardoor de kans op een groot aantal onafhankelijke getuigen klein is. Het is dus niet gek dat er in die tijd veel 'wonderen' plaatsvonden, van gespleten zeeën tot opstanding uit de dood. De grote filosoof David Hume vroeg zich dan ook, terecht, af waarom dit soort dingen tegenwoordig niet meer gebeuren.

Laten we eens specifiek naar bijvoorbeeld het wonderverhaal over de opstanding van Jezus kijken. Volgens de bijbel werd Jezus gekruisigd en stond na drie dagen weer op. Dit verhaal komt alleen voor in de evangeliën, de bijbelboeken die door de eerste christenen geschreven zijn. Deze schrijvers probeerden hun opvattingen te verspreiden en gebruikten daarbij wonderverhalen om hun opvattingen kracht bij te zetten, zoals gebruikelijk was in die tijd. Buiten de bijbel is er geen enkele bron uit die tijd die opstanding meldt, ook niet in de geschiedschrijving. Pas decennia later noemen buitenbijbelse bronnen de christenen als groep, niet de opstanding van Jezus. Ook allerlei opmerkelijke gebeurtenissen bij zijn dood (drie uur durende duisternis in de middag in het hele land, aarde beefde, rotsen spleten, gestorven heiligen stonden op uit hun graf (Mat. 17:45-54)) worden nergens vermeld, terwijl velen dit gemerkt moeten hebben. Deze evangeliën zijn door anonieme auteurs (de namen die de evangeliën nu hebben zijn er pas een halve eeuw nadat ze geschreven zijn aan toegekend), na mondelinge overlevering decennia later in een andere taal opgeschreven door mensen die geen ooggetuigen waren. Ze komen uit een tijd typisch zoals die hierboven beschreven is. Geen enkel redelijk mens zal onder deze omstandigheden waarde hechten aan een verhaal dat zo tegen de normale gang van zaken ingaat. De historicus Richard Carrier gaat hier nog veel uitgebreider in op het opstandingsverhaal.

Zie verder:
- Argument from Miracles in The Secular Web Library (Engels)

 

Wie zijn er online?

We hebben 186 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Hafid BouazzaHafid Bouazza, schrijver.

Citaat

We may define 'faith' as a firm belief in something for which there is no evidence. When there is evidence, no one speaks of 'faith.' We do not speak of faith that two and two are four or that the earth is round. We only speak of faith when we wish to substitute emotion for evidence.

~ Bertrand Russell

Een wonder is een buitengewone gebeurtenis die afwijkend van, of zelfs in strijd is met, de normale gang van zaken. Wonderen zijn niet te verklaren, menen de mensen die er in geloven. Uit deze definitie volgt meteen al een probleem: wanneer is er sprake van een afwijking van of een tegenstrijdigheid met de normale gang van zaken? Wat is eigenlijk "de normale gang van zaken"? Is het wel werkelijk onverklaarbaar of misschien nog niet verklaard? Dit leidt ertoe dat sommige mensen iets als een wonder zullen zien, maar anderen niet. Een atheïst zal niet snel iets als een wonder zien. Hieronder zal kort worden uitgelegd waarom. Aangezien er heel veel verschillende soorten wonderen zijn, zal hier slechts in het algemeen wat over wonderen gezegd worden. Alleen aan gebedsgenezing zal wat extra aandacht besteed worden omdat dit zo vaak als een wonder gezien wordt en op veel mensen overtuigend overkomt. Wie meer wil weten over kritiek op wonderen, kan o.a. zoeken op "miracles" in "The Secular Web". Gebruik van het gezonde verstand is natuurlijk ook onontbeerlijk.

Over het algemeen lijken de natuurwetten bikkelhard, alles moet onvermijdelijk aan hen gehoorzamen. Stenen vallen bijvoorbeeld niet ineens omhoog, de wet van de zwaartekracht vertelt ons dat dit onmogelijk is. Hoe moeten we dan omgaan met iemand die bijvoorbeeld beweert dat hij wel een steen omhoog heeft zien vallen? Geen enkel weldenkend mens zou dit zomaar geloven. Het is veel waarschijnlijker dat de betreffende persoon niet de waarheid spreekt, ook al doet hij dit waarschijnlijk niet opzettelijk. Het zou bijvoorbeeld veel waarschijnlijker zijn dat hij zich de omhoog vallende steen heeft verbeeld. Over het algemeen geldt dat we minder waarde moeten hechten aan een bewering naarmate die onwaarschijnlijker is. Pas als er buitengewoon goede aanwijzingen zijn om zo'n onwaarschijnlijke claim te geloven, moeten we er waarde aan hechten, Extraordinary claims require extraordinary evidence, zoals Carl Sagan ooit eens schreef.

Onder welke omstandigheden moeten we dan wel waarde hechten aan een wonderclaim? David Hume heeft in 1784 deze omstandigheden voortreffelijk verwoord: alleen als het wonderbaarlijker zou zijn dat de getuigen van het wonder de onwaarheid hebben gesproken dan dat de gebeurtenis waarover ze vertellen heeft plaatsgehad, kunnen we geloof hechten aan getuigenissen over wonderen. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een groot aantal onafhankelijke en objectieve waarnemers, eventueel met instrumenten, getuige zouden zijn van het wonder. Dit komt echter nooit voor.

Wonderen zijn min of meer in te delen in twee categorieën. De eerste zijn gebeurtenissen waarvan men meent dat ze niet het gevolg kunnen zijn van het toeval. De bekende uitspraak "toeval bestaat niet" slaat hierop. Een bekend voorbeeld hiervan is dat je ineens aan een vriend denkt waar je normaal bijna nooit aan denkt, en dat hij je vlak daarna opbelt. Twee dingen vallen samen en men denkt dat er een verband tussen die twee is. In dit soort gevallen is het interessant je eens af te vragen hoe vaak het voorkomt dat je aan iemand denkt die je niet toevallig opbelt. Het samenvallen van twee dingen is juist zo opmerkelijk omdat ze normaal niet samen vallen, en daardoor onopgemerkt blijven. De mens neem selectief waar en herinnert ook selectief. Hierdoor vallen alleen de opmerkelijk coïncidenties op. Dit leidt ertoe dat mensen vaak verbanden zien, zelfs verbanden zoeken, ook als die er niet zijn.

De tweede categorie zijn gebeurtenissen die indruisen tegen de natuurwetten. Een klassiek voorbeeld hiervan is het uit de dood opstaan, zoals men dat van Jezus beweert. Normaliter blijven mensen dood nadat ze gestorven zijn, het opstaan van iemand uit de dood is daarom een wonder. Op dit soort historische wonderverhalen wordt later verder ingegaan. Het probleem met dit soort wonderen is dat we nooit met zekerheid kunnen zeggen of ze daadwerkelijk tegen de natuurwetten ingaan. De wetenschap staat echter nooit stil, zij komt steeds meer te weten en past regelmatig haar opvattingen aan (als nieuwe empirische gegevens daartoe dwingen). Iets waarvan men nu veronderstelt dat het een wonder is omdat het tegen de natuurwetten ingaat, zou in de toekomst heel goed verklaard kunnen worden door nieuwe inzichten in de werking van de natuur. Dit maakt wonderen altijd relatief ten opzichte van onze huidige wetenschappelijke kennis.

Een vergelijkbaar soort wonder is gebedsgenezing: iemand geneest nadat voor hem of haar gebeden is. Er is zelfs wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de werking van gebed. Na een evaluatie van meerdere onderzoeken concludeerde het gerenommeerde Britse medische tijdschrift "The Lancet": "Even in the best studies, the evidence of an association between religion, spirituality, and health is weak and inconsistent." (The Lancet 1999; 353:664-667). Ook uit recent onderzoek bleek dat bidden geen effect had (The Lancet 2005; 366:211-217). Echter, weinig gelovigen zullen zich hierdoor laten overtuigen dat bidden geen zin heeft. Zij verwijzen liever naar anekdotes vóór de werking van gebed, bijvoorbeeld "Mijn broer was ernstig ziek, zou volgens de dokter snel overlijden, maar is genezen nadat voor hem gebeden is.".

Dit soort anekdotes vormen geen bewijs voor de werking van gebed vanwege een aantal redenen:

  • Er hoeft geen causaal (oorzakelijk) verband te bestaan tussen gebed en genezing. Post hoc ergo propter hoc (daarna derhalve daardoor) is een ongeldige redenering. Als ik vandaag een grijze en een zwarte sok heb aangetrokken en even later een wedstrijd win, wil dat niet zeggen dat ik die wedstrijd heb gewonnen doordat ik die twee verschillende kleuren sokken heb aangetrokken.
  • Het placebo-effect (denken dat het werkt) kan mensen kracht geven waardoor ze (eerder) zullen genezen.
  • Artsen kunnen een verkeerde diagnose stellen, wat (helaas) soms gebeurt.
  • Bepaalde aandoeningen zijn lastig te diagnosticeren. Hierdoor kunnen mensen 'genezen' van aandoeningen die ze nooit hebben gehad.
  • Sommige aandoeningen kunnen tijdelijke verbeteringen laten zien, dit kan enkele uren duren, maar ook maanden of jaren. Hierdoor lijkt het of er genezing plaatsvindt.
  • De aandoening kan worden genezen door een (nog) onbekend naturalistisch proces.

Tegen de anekdotes van vermeende genezing door gebed kunnen ook anekdotes worden ingebracht van mensen die sterven ondanks gebed. Een indrukwekkend voorbeeld hiervan is uitgezonden door de Evangelische Omroep. Twee mensen waren in verwachting van hun eerste kindje. De medici constateerden meerdere afwijking waardoor het kind dood geboren zou worden of heel snel daarna zou overlijden. De ouders wilden hier niet aan toegeven en zochten de hulp van meerdere gebedsgroepen. Er werd uitgebreid voor hen gebeden. Hierdoor raakten de ouders zo overtuigd van de geboorte van een gezond kind, dat ze de babykamer al ingericht hadden en aan de gynaecoloog vertelden dat ze een gezond kind zouden krijgen. Ze lieten zich naar eigen zeggen volledig leiden door God. Ondanks de vele gebeden en het rotsvaste geloof van de ouders stierf het kind vlak na de geboorte. Het is een indrukwekkende documentaire over de schaduwkanten van gebedsgenezing. Waarom liet God dit kindje, ondanks de vele gebeden en het rotsvaste geloof, toch sterven?

Een ander argument tegen het bestaan van een god (de christelijke bijvoorbeeld) op grond van wonderen die hij verricht, is dat gelovigen van andere godsdiensten ook beweren dat hun god (Allah bijvoorbeeld) wonderen verricht. Via deze redenering zouden alle goden moeten bestaan waarvan mensen beweren of beweerd hebben dat ze wonderen verrichten. Deze absurditeit wordt in ieder geval uitgesloten door de drie grote monotheïstisch godsdiensten (jodendom, christendom en islam). De gelovige heeft dus een dubbele bewijslast. Enerzijds moet hij het aannemelijk maken dat zijn god 'echte' wonderen doet, anderzijds dat alle wonderen die andersgelovigen aandragen geen 'echte' wonderen zijn. Daarnaast zijn er ook nog mensen waarvan beweerd wordt dat ze wonderen verrichten zonder daarbij een beroep te doen op een god, zoals Jomanda. Hoe verklaart de gelovige dit?

Al met al is er mijns inziens geen enkel bewijs voor de werking van gebed. Als iemand bijvoorbeeld beweert een geamputeerd been weer te kunnen laten aangroeien door gebed, ben ik zeker bereid eens te komen kijken. In zo'n geval is de diagnose goed te stellen, zijn placebo-effect en tijdelijke verbetering uitgesloten en is de kans op een natuurlijke genezing en een niet-causaal verband hoogst onwaarschijnlijk. Zo'n geval zou een sterke aanwijzing zijn voor de werkelijkheid van wonderen.

Tot slot zijn er nog historische wonderverhalen. Ook bij deze wonderverhalen zijn er allerlei redenen om te twijfelen aan de echtheid van deze gebeurtenissen. Het is hierbij bijvoorbeeld zeer belangrijk om naar de culturele context waarin de verhalen ontstaan zijn te kijken. Dit soort verhalen komen altijd uit de tijd van bijgeloof, de tijd waarin men weinig kennis had van de werking van de natuur (inclusief het menselijk lichaam) en de wetenschappelijke methode nog niet bestond. Wonderverhalen waren aan de orde van de dag en een kritische houding ten opzichte van deze verhalen was zeer uitzonderlijk. De meeste mensen waren niet opgeleid en analfabeet. Het was normaal om wonderverhalen te gebruiken om overtuigingen kracht bij te zetten. Er waren nog geen camera's, verslaggevers, kranten, rechercheurs. Daarnaast komen de verhalen meestal uit kleine afgelegen gebieden waardoor de kans op een groot aantal onafhankelijke getuigen klein is. Het is dus niet gek dat er in die tijd veel 'wonderen' plaatsvonden, van gespleten zeeën tot opstanding uit de dood. De grote filosoof David Hume vroeg zich dan ook, terecht, af waarom dit soort dingen tegenwoordig niet meer gebeuren.

Laten we eens specifiek naar bijvoorbeeld het wonderverhaal over de opstanding van Jezus kijken. Volgens de bijbel werd Jezus gekruisigd en stond na drie dagen weer op. Dit verhaal komt alleen voor in de evangeliën, de bijbelboeken die door de eerste christenen geschreven zijn. Deze schrijvers probeerden hun opvattingen te verspreiden en gebruikten daarbij wonderverhalen om hun opvattingen kracht bij te zetten, zoals gebruikelijk was in die tijd. Buiten de bijbel is er geen enkele bron uit die tijd die opstanding meldt, ook niet in de geschiedschrijving. Pas decennia later noemen buitenbijbelse bronnen de christenen als groep, niet de opstanding van Jezus. Ook allerlei opmerkelijke gebeurtenissen bij zijn dood (drie uur durende duisternis in de middag in het hele land, aarde beefde, rotsen spleten, gestorven heiligen stonden op uit hun graf (Mat. 17:45-54)) worden nergens vermeld, terwijl velen dit gemerkt moeten hebben. Deze evangeliën zijn door anonieme auteurs (de namen die de evangeliën nu hebben zijn er pas een halve eeuw nadat ze geschreven zijn aan toegekend), na mondelinge overlevering decennia later in een andere taal opgeschreven door mensen die geen ooggetuigen waren. Ze komen uit een tijd typisch zoals die hierboven beschreven is. Geen enkel redelijk mens zal onder deze omstandigheden waarde hechten aan een verhaal dat zo tegen de normale gang van zaken ingaat. De historicus Richard Carrier gaat hier nog veel uitgebreider in op het opstandingsverhaal.

Zie verder:
- Argument from Miracles in The Secular Web Library (Engels)

Wie zijn er online?

We hebben 186 gasten en geen leden online

Geef je mening

Welke positie over het bestaan van god(en) onderschrijft u?

Bekende atheïsten

Hafid BouazzaHafid Bouazza, schrijver.

Citaat

We may define 'faith' as a firm belief in something for which there is no evidence. When there is evidence, no one speaks of 'faith.' We do not speak of faith that two and two are four or that the earth is round. We only speak of faith when we wish to substitute emotion for evidence.

~ Bertrand Russell